woensdag 24 augustus 2016

Laten we allemaal wat meer Charlotte zijn

Als mensen naar de tienjarige George kijken, dan zien ze een jongen. Zelf weet ze echter al sinds haar derde dat ze een meisje is. En Alex Gino schreef een heel vrolijk, warm boek over haar.

Dit boek heeft één van de meest eenvoudige vormgevingen die er zijn: spierwitte kaft, met de titel in zes verschillende kleuren, de naam ‘George’ erop. Door de groene O kijkt een jongenskopje je aan.

Een meisje

George weet al sinds haar derde dat ze eigenlijk een meisje is. Dat houdt ze liefst voor iedereen geheim. Ze weet namelijk heel goed dat haar probleem geen gewoon probleem is: ze is niet bang voor slangen ofzo.

Op haar kamer heeft ze een tas met meidenbladen en aan het begin van het verhaal is ze bezig om, na de tijdschriften nog eens te hebben doorgekeken, ze te verstoppen omdat ze haar broer Scott hoort thuiskomen. Hij zit al op de middelbare school.
George verstopt haar tas in de douchecel in de badkamer. Dit lijkt het enige grote problematische in dit boek: dat de tas nou maar niet van de kraan dondert, en Scott de tijdschriften vindt.

Kelly

Op school heeft George een beste vriendin, Kelly. Spring-in’t-veld, complexloos en lief. Ze woont met haar vader in een tweekamerflat. Kelly’s vader is muzikant.
Voor Kelly is George gewoon een jongen. Tot George aan Kelly vertelt dat ze eigenlijk heel graag Charlotte wil spelen, de spin die aan het eind van het verhaal doodgaat, uit ‘Charlottes web’ van E.B White. Voor Kelly is er geen vuiltje aan de lucht: “Dan doe je toch gewoon auditie? Je wil toch alleen maar een meisje spelen?”

Puberteitsremmers

Gino geeft George de tijd om Kelly toe te vertrouwen dat ze eigenlijk al heel lang weet dat ze eigenlijk een meisje is. Er wordt ook erg consequent van ‘ze’ en ‘haar’ gesproken als het over George gaat. Het is zelfs een beetje vreemd om te ontdekken dat George voor zijn moeder haar kleine jongen zal blijven, dat ze altijd van hem zal blijven houden, ook als hij een oude man zal zijn.  Dat is net wat George echt niet wil.

Hier raakt Gino het punt aan dat je onder andere puberteitsremmers kunt nemen om haar- en baardgroei tegen te gaan. Voor Georges moeder is het probleem van George het meest problematisch.
Broer Scott en Kelly vinden het al snel helemaal goed: volgens Scott stelde George als jongen helemaal niks voor, en Kelly is heel blij dat ze eindelijk een vriendin heeft, tussen alle jongens op school. En dat is dat. George’ moeder is een tijdje erg stil, en de lezer kan zelf uitmaken of en hoe ze het nieuws over haar zoon verwerkt, het etentje in een all-you-can-eat-tent in de stad, midden in de week niet meegerekend.

Heerlijk leesfeest, misschien niet voor een grote groep mensen

Al dit positivisme maakt van “George” een heerlijk leesfeest. De bladspiegel met vrij groot lettertype en veel witruimte tussen de regels, maken dat ook minder goede lezers van dit boek zullen genieten.
Toch is dit boek geen boek voor iedereen. Daarvoor is het thema wat te eenzijdig, wat in dit geval eigenlijk helemaal niet erg is. Het thema ‘Transgender’ is het overkoepelende thema, en voor mensen die nog zoeken naar wie ze zijn, gaat dit misschien wel wat snel.

Het feit dat ‘George’ zo heerlijk ongecompliceerd en absoluut niet problematisch is, maakt dit boek zo belangrijk in zijn soort. Boeken die dit thema aansnijden voor 9+ zijn eerder zeldzaam. Daarom alleen al dient ‘George’ gekoesterd.
Alex Gino is blij dat zijn boek er is, net als wij. U straks ongetwijfeld ook.

George / Alex Gino; Carla Hazewindus (vertaling).- Alkmaar: Kluitman, 2016.- 226p.- ISBN 978 90206 7446 0 - 10+

(Eerder verschenen op ZiZO online)